Goudsbloem: De goudsbloem (Calendula officinalis) is een plant die behoort tot de composietenfamilie (Compositae of Asteraceae). De soort wordt in siertuinen gebruikt. De plant is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Europa. Het is een eenjarige plant met meestal oranje, maar soms ook gele bloemen. De plant wordt 30-45 cm hoog en heeft stompe bladeren. De goudsbloem bloeit van mei tot november. De vruchten zijn meestal gekromd en bootvormig. Verse of gedroogde bloemen kunnen worden gebruikt in soepen. De bloemen kunnen ook gebruikt worden als kleurstof in levensmiddelen. De jonge bladeren en de bloemen zijn eetbaar en heilzaam voor gal en lever. Van de plant worden ook zalf en tinctuur gemaakt. Deze hebben als eigenschap dat ze wond samentrekkend, huidherstellend en desinfecterend werken. In de bloembladen zit etherische olie, die veel gebruikt wordt in zalf. Ook de vruchten zijn oliehoudend. Goudsbloemolie gewonnen uit de vruchten kan gebruikt worden als bindmiddel in verven en lakken. De goudsbloemolie is na bewerking ook geschikt als verfverdunner ter vervanging van andere schadelijke verdunners. Een mythe vertelt het verhaal over de mooie Aphrodite. Toen haar Adonis stierf kwamen er uit de tranen die zij huilde goudsbloemen tevoorschijn. In het christendom is de goudsbloem gewijd aan Maria. In de Middeleeuwen verbond men vaak de naam van Maria aan iets dat mooi was. Vandaar de naam 'Mariagold' voor de goudsbloem. Andere volksnamen voor de goudsbloem zijn 'kroningsbloem' of 'oranjebloem'. Dit omdat de plant een historische verbintenis heeft met het hof van de Oranjes. Heksen gebruiken de plant bij spreuken met betrekking tot de gezondheid of bescherming.
Kamille: Echte kamille (Matricaria chamomilla) is een eenjarige plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). De soort komt overal in Europa voor en wordt op grote schaal geteeld in Hongarije en Oost-Europa. De echte kamille heeft meestal een vrij sterke, zoete geur. De plant kan 20-40 cm hoog worden. De stengels staan rechtop en zijn vertakt. Het blad is twee- tot drievoudig veerdelig met lange, smalle, lijnvormige slippen. Echte kamille bloeit van mei tot eind september. Het 1-1,5 cm brede bloemhoofdje heeft een witte stralenkrans van lintbloemen en in het hart vijftandige buisbloempjes. De omwindselbladen hebben geen bruine rand, maar ze kunnen wel een bruinachtige top hebben. De bloembodem is hol. De witte lintbloemen buigen 's nachts en aan het eind van de bloei naar beneden. De hoofdjes zijn tamelijk lang gesteeld. Tijdens de bloei verlengt de bloemhoofdjesbodem zich en wordt kegelvormig. Van de gedroogde echte kamille wordt thee gezet voor onder meer mondspoeling. Door het hogere percentage blauwe azuleen en bisabolol heeft de olie ontstekingsremmende eigenschappen en wordt deze in zalfjes verwerkt. De etherische olie wordt met stoomdistillatie uit de bloemhoofdjes gewonnen. In het volksgeloof in de middeleeuwen was de werking van de plant het grootst als hij voor Sint Jan werd geplukt. Na die datum zou hij schadelijk zijn bij gebruik, omdat hij door heksen zou zijn besprenkeld. Ook zou de plant heksen weghouden als hij aan het huis werd gehangen.
Gojibessen: Goji bessen zijn de bessen van de boksdoorn, een struik die oorspronkelijk uit Azië komt. Goji bessen vervullen een belangrijke rol binnen de Traditionele Chinese geneeskunde en worden al meer dan 2000 jaar gebruikt als medicijn. Gojibessen zitten vol antioxidanten die het immuunsysteem versterken. Gojibessen bevatten ongeveer net zoveel vitamine C als sinaasappels en bevatten meer bètacaroteen dan wortels. Ook zitten er in gojibessen veel vitamine A, samen met vitamine C beschermen cellen tegen vrije radicalen. De gojibessen geven gelijdelijk glucose af, waardoor ze een piek in de bloedsuikerspiegel voorkomen. In ontgiftingskuren of detoxen wordt vaak gebruik gemaakt van gojibessen: ze hebben een ontgiftende werking en reinigen de lever.
Dille: Dille (Anethum graveolens) is een eenjarige plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Uit dezelfde plantenfamilie komen venkel en kervel. Dille heeft fijne, naaldachtige bladeren. De vrucht is een tweedelige splitvrucht. Het wordt gebruikt als keukenkruid met een heel verfijnde smaak. Het kruid speelt een belangrijke rol in de keukens van de Scandinavische en Baltische landen, Duitsland, Polen en Rusland. Dille wordt niet meegekookt en niet gecombineerd met andere kruiden, omdat het dan zijn smaak verliest. Dille wordt gebruikt in soepen en sauzen. Ook gaat verse dille bijzonder goed samen met zalm en andere vis. Het gedroogde dillezaad wordt gebruikt voor het wecken of inleggen van komkommers en augurken. Ook kan er azijn mee worden gearomatiseerd. Dille is rijk aan vitamine C. Thee getrokken van dillezaadjes kan een (licht) slaapverwekkend effect hebben en kan daardoor een goede nachtrust bevorderen. Door het gebruik van dille kan ook de vorming van overtollig darmgas worden tegengaan, zodat men minder last kan hebben van winderigheid.
Venkelzaad: Venkel (Foeniculum vulgare) is een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het is een naar anijs smakende plant waarvan de draadvormige vertakkingen van de bladeren als kruid en de zaden als specerij gebruikt worden. Knolvenkel (Foeniculum vulgare Azoricumgroep) is een aparte cultivargroep van venkel met verdikte bladscheden die tezamen een bovengrondse bol-achtige structuur vormen, de venkelknol, die als groente wordt gebruikt. Bij bladvenkel ontbreekt de knol. De venkelplant kan tot boven manshoogte groeien. De zaden staan al eeuwenlang bekend als geneeskrachtig. Ze worden op verschillende manieren toegediend. De krachtigste vorm daarvan is de venkelolie, die uit de zaden wordt geperst. Een andere mogelijkheid is het trekken van extracten (bereid als thee) uit de zaden. Bij hoge doseringen kunnen volgens het Voedingscentrum hallucinaties optreden en bij regelmatig gebruik kan leverschade ontstaan of mogelijk kanker. Venkelzaad kan onder meer helpen bij darmproblemen en menstruatiestoornissen. Ook wordt het gebruikt om borstvoeding te stimuleren, aangezien de etherische olie die van de zaden wordt gemaakt een grote hoeveelheid anethol (een fyto-oestrogeen) bevat. Een bewezen mechanisme hiervoor ontbreekt nog of is omstreden. Het Voedingscentrum en de gezamenlijke Nederlandse verloskundigen raden het gebruik van venkel(-thee) af voor vrouwen die borstvoeding geven. Venkel is oorspronkelijk afkomstig uit Azië en het Middellandse Zeegebied en werd via middeleeuwse handelsroutes naar de rest van Europa vervoerd. Vooral in Zuid-Europa wordt knolvenkel veel verbouwd en is de knol een belangrijk ingrediënt van onder meer salades. Kauwen op venkelzaad onderdrukt het hongergevoel. In vroeger tijden kauwden gelovigen die nuchter ter kerke gingen soms venkelzaad tijdens de kerkdienst