Sultana rozijnen kaneel

Een rozijn is een gedroogde druif. Het drogen gebeurt om de druif langer te kunnen bewaren. Druiven groeien in trossen aan wijnstokken. Op het zuidelijk halfrond zijn de druiven in maart rijp; op het noordelijk halfrond in augustus en september. De trossen worden van de struiken afgeknipt en in de zon te drogen gelegd. Het vochtgehalte daalt, de druif krimpt en laat los van de steel. Tijdens het drogen worden de druiven donkerder van kleur. Omdat een groot gedeelte van het vocht uit de druif is verdwenen, zijn rozijnen zoeter dan druiven. Rozijnen kunnen zo worden gegeten, maar worden ook in allerlei gerechten gebruikt. Een bekend recept met rozijnen is boerenjongens. Het woord rozijn komt uit het Frans: 'raisin', waar het gewoon 'druif' betekent. Een 'rozijn' heet: 'raisin sec', 'droge druif'. De omgeving rond Valbonne ten noorden van Cannes was vroeger de streek, waar veel rozijnen werden gemaakt van de servandruif.

Sultana rozijnen zijn zo uit de hand te eten. Of te gebruiken in bijvoorbeeld de klassieke appeltaart, te vermengen met ontbijtmout. Ze worden veel gebruikt in vruchtendranken, maar ook in salades. Om ze wat sappiger te maken, kunnen ze geweekt worden voor gebruik. Deze gedroogde rozijnen zijn door Volvoed besprenkeld met kaneel, zodoende vind Volvoed het zonde om de rozijnen vooraf aan het gebruik te weken, omdat hierdoor veel van het specerij verloren gaat in het weekwater.

Recept: Zoete aardappelpasteitjes

Voor 8 porties

Ingrediënten:

250 gram speltbloem
Snuf Keltisch zeezout
60 gram kokosolie
warm water

Vulling:
500 gram aardappelen, afgeborsteld
1 eetlepel gehakte, geblancheerde amandelen
Zaad van 20 kardemonpeulen of 2 eetlepels kardemonpoeder
2 eetlepels balsemienhoning
2 eetlepels Sultana rozijnen met kaneel
1 eetlepel gehakte, pistachenoten
Plantaardige olie om te frituren

- Zeef de speltbloem met het Keltische zeezout in een kom.
- Wrijf de kokosolie erdoor en voeg al roerend een beetje warm water toe tot een heel stevig deeg ontstaat.
- Rol het in een grote bal en leg even weg.

Voor de vulling:
- Kook de aardappelen in kokend water net zacht, maar niet te gaar in ongeveer 20 minuten.
- Pel ze, snijd in blokjes van 1 cm en leg ze in een kom.
- Meng de amandelen erdoor.
- Stamp het kardemomzaad in een vijzel.
- Verwarm de honing in een steelpan, zodat hij zeer dun wordt, strooi de kardemom erbij en giet over het aardappelmengsel.
- Strooi ten slotte de rozijnen met kaneel en pistaches erover.

Voor de pasteitjes:
- Breek het deeg in 8-10 stukjes ter grootte van een walnoot en vorm hiervan gladde balletjes.
- Rol ze op een met bloem bestoven werkvlak tot zeer dunne cirkels uit van 1 mm dik.
- Leg de cirkels op elkaar met wat bloem ertussen.
- Snijd de stapel met een scherp mes doormidden.
- Leg op elke halve cirkel 2 theelepels vulling en vouw dicht tot een kegel.
- Sluit de randen door het deeg met water(1 stuk) te bevochtigen en dicht te knijpen.
- Verhit de olie flink in een frituurpan en bak de samosa's in porties aan alle kanten lichtbruin en krokant.
- Schep ze op met een schuimspaan en laat ze uitlekken op keukenpapier.
- Serveer ze warm of koud.